Africhting

• SPEUREN

Bij het speuren worden honden opgeleid om een "spoor" te volgen, dat afhankelijk van het niveau, redelijk vers of al tamelijk oud is. De hond volgt de aanwijzingen van de geleider op en begint het spoor te volgen. Mocht hij onderweg voorwerpen tegenkomen, en dat gebeurt, dan zal hij deze voorwerpen moeten verwijzen of apporteren.

• APPEL

Bij het appel lopen is het de bedoeling dat de hond vrolijk en vrij naast zijn geleider loopt en hem aan de voet volgt, waarbij een aantal verplichte figuren of wendingen gelopen moet worden. Daarnaast moet de hond de hem gegeven commando's vlot en correct opvolgen. Ook tussen een groep "vreemden" moet de hond zich sociaal en onder appel gedragen. Naarmate het niveau vordert, komt er een aantal disciplines bij, zoals apporteren en vooruit sturen.

• MANWERK

Bij het manwerk, ook wel pakwerk genoemd, is het de bedoeling dat de hond op instructie van zijn geleider een "overvaller" tot staan brengt (stellen) en deze bewaakt, totdat de geleider gearriveerd is. Daarna wordt deze "overvaller" door de geleider onder bewaking van de hond opgebracht.

Daarnaast zijn er nog andere onderdelen, waarop getraind wordt.

Zo kennen we de examenproef uithoudingsvermogen, "UV", waarbij, zoals de naam al aangeeft, de conditie van de hond op de proef wordt gesteld tijdens een afstand van 20 kilometer volgen aan de fiets.

"VZH" betekent "verkeerszekere hond". Hierbij gaat het erom, dat de hond zich buiten het trainingsveld ook normaal, vrij en betrouwbaar gedraagt. Hierbij wordt het onderdeel appel uitvoerig getraind, maar ook het afliggen, waarbij de geleider niet zichtbaar aanwezig is. Dit vraagt om training, zeker als de hond ook nog eens afgeleid wordt door langslopende "vreemde" mensen en dieren.